consolideert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  consolideert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·so·li·deert

Werkwoord

vervoeging van
consolideren

consolideert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consolideren
    • Jij consolideert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consolideren
    • Hij consolideert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van consolideren
    • Consolideert! 

Gangbaarheid

  • Het woord consolideert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.