construeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: construeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- conĀ·struĀ·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
construeren |
construeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van construeren
- Ik construeer.
- gebiedende wijs van construeren
- Construeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van construeren
- Construeer je?
Gangbaarheid
- Het woord construeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.