contre

Frans

Uitspraak
  • IPA: kɔ̃tʁ

Voorzetsel

contre

  1. tegen, tegenaan
    «Il s'appuie contre le mur.»
    Hij leunt tegen de deur.
  2. tegen, tegenover
    «Il prit position contre son père.»
    Hij nam stelling tegen zijn vader.
  3. ondanks
    «Envers et contre tout.»
    Ondanks alles
Synoniemen
  • [3] en dépit de
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.