controlar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
controlo controlava controlat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

controlar

  1. controleren, inspecteren
  2. beheersen, besturen, onder controle hebben


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • con·tro·lar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
controlar
controlaba
controlado
volledig

Werkwoord

controlar

  1. onovergankelijk zich in de hand hebben
  2. overgankelijk controleren, inspecteren
  3. beheersen, besturen, onder controle hebben
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.