controleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  controleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·tro·leer

Werkwoord

vervoeging van
controleren

controleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van controleren
    • Ik controleer. 
  2. gebiedende wijs van controleren
    • Controleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van controleren
    • Controleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord controleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.