convergeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  convergeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • conĀ·verĀ·geer

Werkwoord

vervoeging van
convergeren

convergeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convergeren
    • Ik convergeer. 
  2. gebiedende wijs van convergeren
    • Convergeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convergeren
    • Convergeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord convergeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.