convergeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: convergeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- conĀ·verĀ·geer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
convergeren |
convergeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convergeren
- Ik convergeer.
- gebiedende wijs van convergeren
- Convergeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convergeren
- Convergeer je?
Gangbaarheid
- Het woord convergeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.