convoceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: convoceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·vo·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
convoceren |
convoceerde
- enkelvoud verleden tijd van convoceren
- Ik convoceerde.
- Jij convoceerde.
- Hij, zij, het convoceerde.
- Ik convoceerde.
Gangbaarheid
- Het woord convoceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.