coronavakantietje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coronavakantietje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·ro·na·va·kan·tie·tje
Zelfstandig naamwoord
het coronavakantietje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord coronavakantie
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.