coupeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coupeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cou·peer

Werkwoord

vervoeging van
couperen

coupeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van couperen
    • Ik coupeer. 
  2. gebiedende wijs van couperen
    • Coupeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van couperen
    • Coupeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord coupeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.