culmineer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: culmineer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cul·mi·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
culmineren |
culmineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van culmineren
- Ik culmineer.
- gebiedende wijs van culmineren
- Culmineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van culmineren
- Culmineer je?
Gangbaarheid
- Het woord culmineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.