culmineerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: culmineerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cul·mi·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
culmineren |
culmineerde
- enkelvoud verleden tijd van culmineren
- Ik culmineerde.
- Jij culmineerde.
- Hij, zij, het culmineerde.
- Ik culmineerde.
Gangbaarheid
- Het woord culmineerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.