culmineerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  culmineerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cul·mi·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
culmineren

culmineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van culmineren
    • Ik culmineerde. 
    • Jij culmineerde. 
    • Hij, zij, het culmineerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord culmineerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.