culmineert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  culmineert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • culĀ·miĀ·neert

Werkwoord

vervoeging van
culmineren

culmineert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van culmineren
    • Jij culmineert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van culmineren
    • Hij culmineert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van culmineren
    • Culmineert! 

Gangbaarheid

  • Het woord culmineert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.