cursistje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cursistje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cur·sist·je
Zelfstandig naamwoord
het cursistje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord cursist
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.