dáš

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /daːʃ/
Woordafbreking
  • dáš

Werkwoord

dáš

  1. informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het perfectieve werkwoord dát
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.