dáte

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /daːcɛ/
Woordafbreking
  • dá·te

Werkwoord

dáte

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs voltooid aspect van dať


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /daːtɛ/
Woordafbreking
  • dá·te

Werkwoord

dáte

  1. formeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het perfectieve werkwoord dát
  2. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het perfectieve werkwoord dát
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.