daal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  daal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • daal

Werkwoord

vervoeging van
dalen

daal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen
    • Ik daal. 
  2. gebiedende wijs van dalen
    • Daal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen
    • Daal je? 

Gangbaarheid

  • Het woord daal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
daal
gedaal
volledig

Werkwoord

daal

  1. dalen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.