dankzegt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dankzegt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dankĀ·zegt

Werkwoord

vervoeging van
dankzeggen

dankzegt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dankzeggen
    • ... dat jij dankzegt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dankzeggen
    • ... dat hij dankzegt. 

Gangbaarheid

  • Het woord dankzegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.