de-installeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: de-installeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de-·in·stal·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
de-installeren |
de-installeerde
- enkelvoud verleden tijd van de-installeren
- Ik de-installeerde.
- Jij de-installeerde.
- Hij, zij, het de-installeerde.
- Ik de-installeerde.
Gangbaarheid
- Het woord de-installeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.