de-installeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  de-installeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de-·in·stal·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
de-installeren

de-installeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van de-installeren
    • Ik de-installeerde. 
    • Jij de-installeerde. 
    • Hij, zij, het de-installeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord de-installeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.