deballoteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deballoteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·bal·lo·teer

Werkwoord

vervoeging van
deballoteren

deballoteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deballoteren
    • Ik deballoteer. 
  2. gebiedende wijs van deballoteren
    • Deballoteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deballoteren
    • Deballoteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord deballoteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.