deballoteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deballoteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·bal·lo·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deballoteren |
deballoteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deballoteren
- Jij deballoteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deballoteren
- Hij deballoteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van deballoteren
- Deballoteert!
Gangbaarheid
- Het woord deballoteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.