debug

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  debug    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • deĀ·bug

Werkwoord

vervoeging van
debuggen

debug

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van debuggen
    • Ik debug. 
  2. gebiedende wijs van debuggen
    • Debug! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van debuggen
    • Debug je? 

Gangbaarheid

  • Het woord debug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.