decimeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decimeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·ci·meert

Werkwoord

vervoeging van
decimeren

decimeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decimeren
    • Jij decimeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decimeren
    • Hij decimeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van decimeren
    • Decimeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord decimeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.