decodeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decodeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·co·deer·de

Werkwoord

vervoeging van
decoderen

decodeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van decoderen
    • Ik decodeerde. 
    • Jij decodeerde. 
    • Hij, zij, het decodeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord decodeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.