decompliceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: decompliceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·com·pli·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
decompliceren |
decompliceerde
- enkelvoud verleden tijd van decompliceren
- Ik decompliceerde.
- Jij decompliceerde.
- Hij, zij, het decompliceerde.
- Ik decompliceerde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.