decompliceerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decompliceerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·com·pli·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
decompliceren

decompliceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van decompliceren
    • Ik decompliceerde. 
    • Jij decompliceerde. 
    • Hij, zij, het decompliceerde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.