decompliceert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: decompliceert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·com·pli·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
decompliceren |
decompliceert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decompliceren
- Jij decompliceert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decompliceren
- Hij decompliceert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van decompliceren
- Decompliceert!
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.