deduceerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deduceerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·du·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
deduceren

deduceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van deduceren
    • Ik deduceerde. 
    • Jij deduceerde. 
    • Hij, zij, het deduceerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord deduceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.