defeceer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  defeceer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·fe·ceer

Werkwoord

vervoeging van
defeceren

defeceer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defeceren
    • Ik defeceer. 
  2. gebiedende wijs van defeceren
    • Defeceer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defeceren
    • Defeceer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord defeceer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.