defibrilleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  defibrilleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·fi·bril·leer

Werkwoord

vervoeging van
defibrilleren

defibrilleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defibrilleren
    • Ik defibrilleer. 
  2. gebiedende wijs van defibrilleren
    • Defibrilleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defibrilleren
    • Defibrilleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord defibrilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.