deflecteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deflecteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- deĀ·flecĀ·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deflecteren |
deflecteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deflecteren
- Ik deflecteer.
- gebiedende wijs van deflecteren
- Deflecteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deflecteren
- Deflecteer je?
Gangbaarheid
- Het woord deflecteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.