deflecteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deflecteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·flec·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
deflecteren

deflecteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van deflecteren
    • Ik deflecteerde. 
    • Jij deflecteerde. 
    • Hij, zij, het deflecteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord deflecteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.