deglaceer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deglaceer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·gla·ceer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deglaceren |
deglaceer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deglaceren
- Ik deglaceer.
- gebiedende wijs van deglaceren
- Deglaceer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deglaceren
- Deglaceer je?
Gangbaarheid
- Het woord deglaceer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.