deixar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
deixo deixava deixat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

deixar

  1. verlaten, vertrekken
  2. laten, achterlaten (op een plaats)
  3. laten, zorgen dat iets gebeurt
  4. toelaten, toestaan
  5. uitlenen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.