delegeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  delegeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·le·geer·de

Werkwoord

vervoeging van
delegeren

delegeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van delegeren
    • Ik delegeerde. 
    • Jij delegeerde. 
    • Hij, zij, het delegeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord delegeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.