delegitimeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  delegitimeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·le·gi·ti·meer

Werkwoord

vervoeging van
delegitimeren

delegitimeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van delegitimeren
    • Ik delegitimeer. 
  2. gebiedende wijs van delegitimeren
    • Delegitimeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van delegitimeren
    • Delegitimeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord delegitimeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.