demarreer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  demarreer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·mar·reer

Werkwoord

vervoeging van
demarreren

demarreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demarreren
    • Ik demarreer. 
  2. gebiedende wijs van demarreren
    • Demarreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demarreren
    • Demarreer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord demarreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.