demaskeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: demaskeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·mas·keer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
demaskeren |
demaskeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demaskeren
- Ik demaskeer.
- gebiedende wijs van demaskeren
- Demaskeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demaskeren
- Demaskeer je?
Gangbaarheid
- Het woord demaskeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.