demoduleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  demoduleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·mo·du·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
demoduleren

demoduleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van demoduleren
    • Ik demoduleerde. 
    • Jij demoduleerde. 
    • Hij, zij, het demoduleerde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.