demoler

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
demoler
demolía
demolido
volledig

Werkwoord

demoler

Woordafbreking
  • de·mo·ler
  1. overgankelijk slopen, afbreken, neerhalen
  2. vernietigen, verwoesten
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.