demoniseer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  demoniseer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·mo·ni·seer

Werkwoord

vervoeging van
demoniseren

demoniseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demoniseren
    • Ik demoniseer. 
  2. gebiedende wijs van demoniseren
    • Demoniseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demoniseren
    • Demoniseer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord demoniseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.