denk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  denk    (hulp, bestand)
  • IPA: /dɛŋk/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /dɛŋk/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dɛŋk/
Woordafbreking
  • denk

Werkwoord

vervoeging van
denken

denk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denken
    • Ik denk. 
  2. gebiedende wijs van denken
    • Denk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denken
    • Denk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord denk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.