denomineer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  denomineer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·no·mi·neer

Werkwoord

vervoeging van
denomineren

denomineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denomineren
    • Ik denomineer. 
  2. gebiedende wijs van denomineren
    • Denomineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denomineren
    • Denomineer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord denomineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.