depouilleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: depouilleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·pouil·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
depouilleren |
depouilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van depouilleren
- Ik depouilleer.
- gebiedende wijs van depouilleren
- Depouilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van depouilleren
- Depouilleer je?
Gangbaarheid
- Het woord depouilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.