deprogrammeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deprogrammeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·pro·gram·meer

Werkwoord

vervoeging van
deprogrammeren

deprogrammeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deprogrammeren
    • Ik deprogrammeer. 
  2. gebiedende wijs van deprogrammeren
    • Deprogrammeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deprogrammeren
    • Deprogrammeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord deprogrammeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.