desinfecteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  desinfecteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • des·in·fec·teer

Werkwoord

vervoeging van
desinfecteren

desinfecteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desinfecteren
    • Ik desinfecteer. 
  2. gebiedende wijs van desinfecteren
    • Desinfecteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desinfecteren
    • Desinfecteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord desinfecteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.