deunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deunt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • deunt

Werkwoord

vervoeging van
deunen

deunt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deunen
    • Jij deunt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deunen
    • Hij deunt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van deunen
    • Deunt! 

Gangbaarheid

  • Het woord deunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.