dialectoloogje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dialectoloogje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·a·lec·to·loog·je

Zelfstandig naamwoord

hetdialectoloogjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dialectoloog
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.