dichtga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dichtga    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dicht·ga

Werkwoord

vervoeging van
dichtgaan

dichtga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgaan
    • ... dat ik dichtga. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van dichtgaan
    • ... dat men dichtga. 

Gangbaarheid

  • Het woord dichtga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.