dichtgroeide

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dichtgroeide    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dicht·groei·de

Werkwoord

vervoeging van
dichtgroeien

dichtgroeide

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dichtgroeien
    • ... dat ik dichtgroeide. 
    • ... dat jij dichtgroeide. 
    • ... dat hij, zij, het dichtgroeide. 

Gangbaarheid

  • Het woord dichtgroeide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.