dichtloop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dichtloop (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dicht·loop
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtlopen |
dichtloop
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtlopen
- ... dat ik dichtloop.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.