dichtzit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dichtzit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dicht·zit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtzitten |
dichtzit
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtzitten
- ... dat ik dichtzit.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtzitten
- ... dat jij dichtzit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtzitten
- ... dat hij dichtzit.
Gangbaarheid
- Het woord dichtzit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.